woensdag 20 juni 2012

1200km fietsen in 48 uur



Deze zomer neem ik deel aan een unieke sponsoractie. De Cycle for Hope - Rondje Nederland is een unieke fietstocht waarin we als team binnen 48 uur 1200km afleggen voor drie goede doelen.

We fietsen voor verslavingszorg De Ommekeer in Maastricht (onderdeel Stichting De Hoop), Vrouwenopvang Ruchama (onderdeel Stichting De Hoop) en René Kids Centre in Namibië (Stichting van ex-marathonschaatser René Ruitenberg). Meer informatie over deze goede doelen vindt u hier.

Ik maak deel uit van het Noah’s Ark Cycling team. Met dit team willen we minimaal € 10.000,- ophalen voor de goede doelen. En daarbij hebben we uw hulp keihard nodig.

Sponsoren kan op verschillende manieren. Particulieren kunnen heel gemakkelijk via iDeal doneren door naar deze site te gaan en op de oranje button te klikken.














Voor bedrijven die ons willen sponsoren hebben we verschillende mogelijkheden. Zo kunnen we uw logo op onze fietsshirts, op onze website, en/of op één van onze volgauto’s plaatsen. Deze volgauto is een oldtimer en zal in principe een jaar lang met de logo’s van de sponsors rondrijden. Als team zijn we ook op zoek naar sponsors die ons kunnen helpen met praktische zaken, denk bijvoorbeeld aan campers (waarin de fietsers kunnen rusten), benzinekosten van de campers en volgwagens en voedingsmiddelen.

Bedrijven kunnen ons sponsoren door te mailen naar info@noahsarkcyclingteam.com  

Een impressie van de sponsortocht:



Wielrenner Johnny Hoogerland, marathonschaatser René Ruitenberg en voormalig beroepswielrenner Johan van der Velde ondersteunen dit project van harte. 

Johnny Hoogerland:
“Als geen ander weet ik dat pijn hoort bij een overwinning.  Een val kan je soms zelfs de overwinning kosten, maar je toch voor even een heldenstatus geven. Ik ben ervan overtuigd dat het niet gaat om het vallen, maar om het opstaan.”

Johan van der Velde:
“Het thema van de Cycle for Hope raakt mij! Er was een fase in mijn leven dat ik op de verkeerde weg zat en geen hoop meer had. Mensen om me heen hadden wel geloof, hoop en liefde voor me en daardoor kon ik opstaan.”

woensdag 16 november 2011

De gewetensloze weigerambtenaar


Het gebeurde lang, heel lang geleden. Lang voordat het woord weigerambtenaar door de media werd ‘uitgevonden’. Ik neem je mee terug naar april 2003, naar de dag dat ik het ja-woord aan mijn vrouw gaf.

Ik weet het nog goed. We waren net in ondertrouw gegaan (lees vooraf de rekening betalen en trouwboekje uitkiezen). Thuis aangekomen rinkelde de telefoon. Het was BABS, onze trouwambtenaar. Ze vroeg of we niet een foutje hadden gemaakt. We hadden namelijk op het formulier aangegeven dat we een voorgesprekje met de ambtenaar niet nodig vonden. Je weet wel, zo’n gesprekje waarin je moet vertellen hoe je elkaar ontmoet hebt en hoe de vlinders ontpopten, zodat  de trouwambtenaar hier weer een smeuiig verhaaltje van maakt om vervolgens tijdens de huwelijksvoltrekking de boel op te leuken door een toneelstukje in toga. Nu zaten mijn vrouw en ik niet bepaald op deze poppenkast te wachten. De persoonlijke noot op deze dag wilden we graag tijdens de kerkelijke inzegening door onze voorganger die ons wèl goed kent. Het was tenslotte onze grote dag, toch?

Ik sta dus BABS vriendelijk te woord en ik gaf aan waarom wij tot deze keuze gekomen waren. Het was alsof ik haar zwaar persoonlijk leed berokkende, alsof ik op haar lange tenen stond te dansen, alsof ik voorbij ging aan haar arbeidsethos. Ze schoof haar teleurstelling niet onder stoelen of banken tijdens dit telefoongesprek en hing teleurgesteld op.

De grote dag brak aan. Ik haalde mijn bruid op bij m’n schoonouders, we maakten wat foto’s en scheurden in m’n Mini Cooper naar Dordrecht voor de huwelijksvoltrekking. Daar stond BABS in vol ornaat. In toga, maar met een lang gezicht. We namen plaats in het oude stadhuis en hoopten op een korte, maar leuke huwelijksvoltrekking. Na een hartelijk welkom van BABS aan ons als bruidspaar, de getuigen, de familie en vrienden stak BABS van wal.

Na een gemene sneer uit haar pan: “Ik wilde een gesprekje vooraf maar jullie hadden hier geen zin in.” Ging ze los: “Hierdoor ben ik genoodzaakt om wat te vertellen over de geschiedenis van dit oude stadhuis en specifiek de lakenhal waarin we nu zitten, bla, bla, bla.” Na een slaapverwekkende rede van twintig minuten werd ik gelukkig net op tijd wakker gebeld door een vriend die wilde vertellen dat ze die nacht een zoon hadden gekregen. We gaven het ja-woord, tekende de ‘contracten’ en kregen nog een klef handje met (naar mijn idee, niet echt gemeende) felicitaties. Toen we buiten stonden stonden we perplex, maar nu – jaren later - lachen we nog regelmatig om BABS.

Dat was volgens mij de dag waarop de weigerambtenaar werd uitgevonden. Een ambtenaar die weigert om aan de wensen van het bruidspaar tegemoet te komen. Jammer dat het woord nu zo uit de context wordt getrokken, door gewetensbezwaarde amtenaren vanuit hun diepste overtuigingen hun grenzen aangeven zo te noemen.

 Een echte weigerambtenaar heeft geen gewetensbezwaren, maar heeft last van gewetensloosheid en vooral gericht op haar eigen feestje als je ’t mij vraagt, toch BABS?

De moraal van dit verhaal is (voor de nodige duiding) dat de politiek wat mij betreft gigantisch door slaat in de weigerambtenaarhetze. Laat de trouwambtenaren lekker onderling uitmaken wie welk stel gaat trouwen, zolang er maar iemand is die (met de juiste motivatie) het stel wil trouwen. Wanneer ze dat bij ons hadden gedaan, dan hadden wij op onze dag geen frustraties gehad. (en nu geen lol)…

woensdag 22 juni 2011

Je verwacht het niet…


Onlangs sprak ik een zeer aardige dame van (excuus) middelbare leeftijd. Ze woont met haar man in Kenia en was even in Nederland. Ze wilde me spreken over het werk dat ze doet in de hoofdstad Nairobi. Ik was met haar in contact gekomen via collega’s die op Curaçao werken in een kinderdorp. Ik verwachtte een dame die niet alleen huis en haard verlaten heeft, maar ook haar schepen achter zich heeft verbrandt om vanuit een Goddelijke roeping in de sloppenwijken van Nairobi aan de slag te gaan. 

Dit bleek niet helemaal (of helemaal niet) juist. Ze heeft de afgelopen 33 jaar in negen verschillende landen gewoont voor een aardse zaak… Het werk van haar man. Hij werkt bij een groot internationaal bedrijf en verdient bakken met geld. Ze wonen in een flinke villa tussen het Nationale Park en de sloppenwijken. Ze hebben niet het voorrecht gehad om kinderen te krijgen en ze heeft nooit hoeven werken om rond te kunnen komen. Bakken vrije tijd zou je denken. Ze is natuurlijk niet de enige dame in deze luxe omstandigheden in Nairobi. De meeste ‘lotgenoten’ vullen hun tijd met golfen, tennis, shoppen en leeuwen kijken in het National Park. Maar deze dame niet, ze is namelijk vaker te vinden in de sloppenwijk, dan op de tennisbaan, of golfcourt. Ze helpt mensen aan een baan door ze zelf in dienst te nemen, het verstrekken van microkredieten, het creëren van werk en het betalen voor de school (inclusief uniform) van de kinderen. En dat doet ze in haar eentje als een soort private Compassion of Oxfam-Novib. Ze ziet de nood van de mensen en doet wat in haar vermogen ligt. 

De vrouwen van de collega’s van haar man zeggen wel eens dat ze het goed werk vinden en dat ze willen helpen. Maar als het puntje bij paaltje komt, dan hebben ze het te druk met tennis, golf of leeuwen kijken. En als het wel een keer in de agenda past heeft manlief de auto en hebben ze geen vervoer. Het is ook overal hetzelfde, druk, druk, druk. Wanneer ik dit verhaal zo opschrijf, moet ik denken aan de uitspraak: Ben je druk, of ben je effectief?

Ik werd helemaal blij nadat ik met haar gesproken had. Deze dame zal niet snel een lintje krijgen of een standbeeld. Maar doordat ze haar ogen niet sluit voor haar omgeving en doet wat haar hand vindt om te doen geeft ze wel hopelozen hoop en perspectief. En of we nu in Nairobi wonen of in Lutjebroek maakt volgens mij niet uit, zolang we onze ogen maar open hebben, toch?

PS. Zo aan het eind van dit blogje moet ik bekennen dat ik mezelf vaak betrap op het druk hebben… 

maandag 30 mei 2011

Cycle for Hope

Op 3 september 2011 ga ik 120 kilometers fietsen door het Zuid-Limburgse heuvelland. Niet zozeer voor de gezelligheid, of omdat ik graag m'n beenspieren afbeul, maar voor het goede doel! En niet zomaar een goed doel, namelijk Stichting De Ommekeer. Nu zegt je dit misschien helemaal niets, maar deze stichting is opgericht door Harrie de Waal. Harrie is jaren geleden afgekickt bij De Hoop van zijn alcoholverslaving en hij helpt nu met zijn stichting verslaafden in het zuiden van Limburg.

Natuurlijk kan ik jou ook als sponsor gebruiken, dat kan heel makkelijk via iDeal. Gewoon effe hier klikken. Wil je zelf meefietsen? Klik dan hier. (de sissi's kunnen naast 120 km ook kiezen voor 40 of 80 km)

Zo'n stukje fietsen in Limburg vergt natuurlijk een gedegen voorbereiding. Wekelijks zit ik nu op de fiets om voldoende kilometers in de benen te hebben zodat ik een beetje fris en fruitig de fietstocht door kom. Afgelopen donderdag hadden we met de snelle sponsorpagina-aanmakers een clinic met Koos Moerenhout. Je weet wel, die pro die 15 jaar meegereden heeft met de grote mannen en tweevoudig Nederlands Kampioen is. Na een inspirerend verhaal, hebben we met Koos een rondje van 20km gereden over de Posbank.

Ter afsluiting nog even een paar foto's. (Ik ben degene met blauwe fiets, blauwe trui en rode helm) ennuh niet vergeten te sponsoren hè!






dinsdag 8 maart 2011

Op zoek naar de ware


Het is als zoeken naar een speld in een hooiberg, naar een oase in de woestijn. Het is als het zoeken naar een zeilmeisje op de atlantische oceaan. De ware laat zich niet makkelijk vinden, tenminste dat hoor ik van alle kanten. Ik heb makkelijk praten, ik ben gelukkig getrouwd met de mooiste vrouw op deze aardkloot (da's mijn perceptie hé) en we hebben samen drie schatten van kinderen. Je zou dus met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen stellen dat ik de ware heb gevonden. En als ervaren (ahum) schatzoeker en -vinder heb ik misschien wel tips voor de zoekenden onder ons.


Het zoeken naar de ware is vooral een vrouwenactiviteit, tenminste als we google mogen geloven. En volgens mij zoeken de dames liever naar een prins op een wit paard dan naar een kikker die om te zoenen is, èn geheel onverwacht in een prins verandert. Wanneer vrouwen de ware beschrijven komen termen als lief; zorgzaam; trouw; stoer; wasbordje; gezellig; humor en romantisch veelvuldig voorbij. Kerels hebben zo hun eigen definitie, denk aan lekker; blond; bruin; krullen; billen; borsten; spontaan; brood klaarmaken; stofzuigen; eten koken; feesten… Het lijkt er op dat de zoektocht naar de ware vooral wordt gedreven door een eisenlijstje met uiterlijke kenmerken, karaktertrekken en positieve eigenschappen. Eigenlijk zoeken we een perfecte partner voor een perfecte relatie. We vergeten alleen dat we zelf niet perfect zijn en dat de perfecte relatie gedoemt is tot imperfectie. Prik je zelf die luchtbel even door?


Mark Gungor (je weet wel die man waar heel Amerika om blauw ligt van het lachen, tenminste dat zien we op youtube) stelt in zijn boek dat het idee van het zoeken naar de ware terug te voeren is naar de Griekse Mythologie. Naar het idee van Plato dat Zeus de mens oorspronkelijk met vier armen en vier benen geschapen heeft en vervolgens in tweeën gesneden heeft. Door deze actie zou de mens z'n leven lang op zoek gaan naar z'n soulmate - naar de ware - en zo geen tijd hebben om zich te bemoeien met de Griekse goden. Door de eeuwen heen is dit idee van Plato in de westerse samenleving gemeengoed geworden.


Ook op het christelijke erf bidden legio mensen dat God de ware op hun pad mag brengen. Ik heb het zelf ook gedaan. Na een aantal relaties in m'n puberteit was ik de teleurstellingen zo zat, dat ik tegen God zei: "Ik wil dat de volgende de ware is." Met als gevolg dat ik jarenlang niet verliefd meer werd. Daar zit je dan met je goeie gedrag…


Eigenlijk is het zoeken naar de ware heel egoïstisch, want wanneer het in een relatie niet lekker loopt dan kun je zeggen dat die ander niet de ware is en zelfs God de schuld geven. De bijbel geeft juist aan dat een gelukkig huwelijk (maar ook leven in het algemeen) het resultaat is van het leven naar Gods principes. Een relatie aangaan is jouw beslissing, geen resultaat van een Goddelijk besluit. In de bijbel zijn er maar twee situaties te vinden waarin God duidelijk sprak om met iemand te trouwen. Jozef en Hosea. Jozef moest met Maria trouwen om haar niet te beschamen, maar dat was nadat Jozef Maria had uitgekozen. Ze waren immers al verloofd. En Hosea moest een hoer trouwen om als levend voorbeeld te dienen. Maar zelfs in deze situatie mocht Hosea zelf kiezen met welke hoer.


Ik zeg niet dat je in het relationele jachtterrein niet op zoek moet gaan naar een speciaal persoon. Dat moet je juist wel doen, je wilt immers een levenslange verbintenis aan gaan. Maar laat je dan niet alleen leiden door de hormonencoctail die verliefdheid veroorzaakt. Want niet de liefde, maar verliefdheid maakt blind. En die hormonenvulkaan droogt een keer op, maar dat betekent niet dat die persoon de ware niet is en dat je verder moet zoeken.

 
Een fantastisch huwelijk gaat vooral over toewijding naar elkaar en het toepassen van principes zoals liefde, acceptatie, vergeving, opoffering en de ander uitnemender achtten dan jezelf. Het gaat meer over werken, dan over geluk. Het gaat niet over rivaliteit en compromissen sluiten, maar over samen leven en voor de ander door het vuur gaan. Het om het vinden van iemand die jij echt lief wilt hebben, in plaats van het zoeken naar iemand die aan jouw eisenlijstje voldoet.

Een zeer wijze vrouwelijke collega vat het treffend samen. Zij stelt: "De vraag is niet: ben jij de ware voor mij? Maar, wil ik de ware voor jou zijn?" Kijk, dat is nog eens echte liefde!

 

Dit artikel is eerder gepubliceerd als gastblog op Paul's blog. Ik kon het niet laten om het ook hier te publiceren. J

zaterdag 26 februari 2011

Gastblog

Gastvrijheid kent geen tijd. Zeker niet bij Paul Abspoel. Ik ben te gast op zijn blog en het is daar erg goed vertoeven. Bedankt Paul!

woensdag 2 februari 2011

Wat voor kerel ben jij?


En dan nu een blog speciaal voor mannen, vooral voor getrouwde, verloofde en verkerende mannen. Vrouwen mogen natuurlijk stiekem mee lezen, maar besef dit blog is niet op jou gericht!

Mannen, we gaan het eens over het zwakke geslacht hebben. Je weet wel die wezens die van Mars komen en waar we over het algemeen geen snars van begrijpen. En nee, ik bedoel het zwakke geslacht niet denigerend! Ga maar eens een wedstrijdje handje drukken met je vrouw, een beetje vent wint dan, toch? Een ander aspect van vrouwen waar wij als mannen aan denken in relatie tot het ‘zwakke’ is het feit dat vrouwen nogal emotionele wezens zijn. Tweeduizend jaar geleden leefde een man die een mooie vergelijking heeft bedacht wanneer het om vrouwen gaat. En hij kan het weten want in tegenstelling tot wat veel mensen denken had deze man (Petrus) een schoonmoeder. En als je een schoonmoeder hebt dan snap je het fenomeen vrouwen, toch?

In één van zijn boeken schrijft hij: leef verstandig met uw vrouwen, als met broos vaatwerk, en bewijst haar eer... Hij vergelijkt vrouwen dus als broos vaatwerk, een dure kwetsbare, breekbare vaas. Van het type die je oma op de schoorsteenmantel had staan en ze met haar leven beschermde. Dus wanneer jij als kleinzoon (met je genetisch bepaalde lompheid) deze vaas bijna om stootte, dook oma als een atleet naar de vaas om ‘m op te vangen om maar te voorkomen dat deze vaas zou breken. Want oma wist dat wanneer de vaas eenmaal gebroken was je ‘m nog wel kon lijmen, maar dat je altijd de scheuren zou blijven zien. ‘Hou die vaas heel’ zou dus het devies in onze relatie met vrouwen moeten zijn.

Marc Driscoll heeft over het omgaan met dat broze vaatwerk een flinke boom opgezet waar je rode oortjes van krijgt als man. Allereerst verdeelt hij ons mannen in acht stereotypen uit de categorie ‘Olifant door een porseleinen kast’. Vier macho’s en vier watjes. Die macho’s doen wat ze niet zouden moeten doen en die watjes doen niet wat ze juist zouden moeten doen. Één ding is zeker vrouwen worden over het algemeen niet blij van dit soort mannen.

Mag ik u voorstellen, De Macho’s:
No Sissy Stuff Sam
Sam is een kerel die het tegenovergestelde doet van wat vrouwen doen. Een moeder knuffelt, Sam dus niet. Een moeder zegt ‘ik hou van jou’, Sam krijgt het z’n strot niet uit. Z’n traanbuizen zijn inmiddels doorgeroest van het droog staan. Je herkent ‘m snel. Sam boert het hardst en ontvlamt z’n scheten met een aansteker omdat hij denkt dat dat stoer is.

Success and Status Stewart
Stewart is de steber van het stel, verliezen komt niet in zijn woordenboek voor. Zelfs wanneer hij memory met een kleuter speelt wil ‘ie nog winnen. Zijn motto is ‘status maken de man’. Hij heeft een dikke baan, een dikke auto en de nieuwste gadgets. Hij is meer bezorgd om z’n inkomen en spullen dan om z’n vrouw en kinderen.

Give’em Hell Hank
Hank heeft nogal losse handjes en is snel op z’n teentjes getrapt. Hij heeft een kort lontje en is fysiek en verbaal agressief. Hij intimideert en is beangstigend.

I’m the Boss Bob
Bob is nogal dominant, hij deelt graag de lakens uit en mensen drillen is zijn hobby. Sociale vaardigheden komt niet in zijn woordenboek voor en hij wil alles controleren. Er is één ding waar hij niet tegen kan: mensen die qua autoriteit boven hem staan. Hierdoor houdt hij het zelden lang uit bij een baas, de voetbalclub of de kerk.

Herken je jezelf niet in één van deze macho’s? Wat dacht je van de Watjes:

Little Boy Larry
Larry is nogal kinderachtig. Hij blijft het liefst zo lang mogelijk bij z’n moeder wonen zodat ‘ie gepamperd kan worden. En als ‘ie op zichzelf gaat wonen blijft z’n moeder voor ‘m koken en wast ze z’n kleertjes. Hij is een aardige vent en zoekt een zorgzame vrouw met een huis en een goeie baan die hem wil bemoederen. Wanneer hij ’s nachts een eng geluid hoort duikt hij onder de dekens en zegt hij dat z’n vrouw maar moet gaan kijken. Kortom hij is één ding vergeten: om op te groeien!

Sturdy Oak Owen
Owen is het type man dat na een dag hard werken op de bank neerploft, benen op tafel gooit en z’n handen uitsteekt zodat z’n vrouw de afstandsbediening en een bord eten aan kan geven. Lichamelijk is hij aanwezig, maar emotioneel is hij altijd afwezig. Z’n hobby is z’n leven en hij is vaak in de garage of achter de pc te vinden. Hij denkt een goede vader te zijn omdat hij toch brood op de plank brengt.


Hyper-Spiritual Henry
Henry is altijd in de kerk te vinden. Hij is een kei in het vergeestelijken van alles in zijn leven. Hij draagt christelijke shirts en heeft z’n auto volggeplakt met bumperstickers en vissen. In z’n communicatie gebruikt hij alleen zijn mond en nooit z’n oren. Z’n kinderen durven geen vrienden mee naar huis te nemen omdat ze zich nog al schamen voor de bekeringsdrang van hun pa.

Good Time Gary
Gary heeft het altijd naar z’n zin. Hij is aardig voor iedereen en hij denkt dat het leven één groot feest is. Iedereen lacht om hem, maar niemand neemt hem serieus. Hij heeft geen rooie rotcent en het lukt hem niet om z’n baan te houden, omdat hij door al het feesten vaak te laat komt of zich ziek meldt.Wanneer Gary een relatie krijgt gaat z’n vriendin zich al snel aan hem irriteren omdat hij grappig doet en nooit zichzelf is.

De karikaturen die Mark hier benoemd zijn eerlijk gezegd niet echt het toppunt van mannelijkheid. De essentie van echte mannelijkheid is volgens hem het nemen van verantwoordelijkheid. Reclames willen je doen geloven dat je al die producten nodig hebt om een man te zijn, maar het gaat niet om wat je consumeert maar om wat je produceerd.


Mark heeft gelukkig ook nog een aantal tips voor ons mannen hoe we op een gezonde manier met vrouwen om kunnen gaan. Heb je een uurtje over? Kijk dan die preek eens, als je nog durft…