Onlangs sprak ik een zeer aardige dame van (excuus)
middelbare leeftijd. Ze woont met haar man in Kenia en was even in Nederland.
Ze wilde me spreken over het werk dat ze doet in de hoofdstad Nairobi. Ik was
met haar in contact gekomen via collega’s die op Curaçao werken in een
kinderdorp. Ik verwachtte een dame die niet alleen huis en haard verlaten heeft,
maar ook haar schepen achter zich heeft verbrandt om vanuit een Goddelijke roeping
in de sloppenwijken van Nairobi aan de slag te gaan.
Dit bleek niet helemaal
(of helemaal niet) juist. Ze heeft de afgelopen 33 jaar in negen verschillende
landen gewoont voor een aardse zaak… Het werk van haar man. Hij werkt bij een
groot internationaal bedrijf en verdient bakken met geld. Ze wonen in een
flinke villa tussen het Nationale Park en de sloppenwijken. Ze hebben niet het
voorrecht gehad om kinderen te krijgen en ze heeft nooit hoeven werken om rond
te kunnen komen. Bakken vrije tijd zou je denken. Ze is natuurlijk niet de
enige dame in deze luxe omstandigheden in Nairobi. De meeste ‘lotgenoten’ vullen
hun tijd met golfen, tennis, shoppen en leeuwen kijken in het National Park.
Maar deze dame niet, ze is namelijk vaker te vinden in de sloppenwijk, dan op
de tennisbaan, of golfcourt. Ze helpt mensen aan een baan door ze zelf in
dienst te nemen, het verstrekken van microkredieten, het creëren van werk en
het betalen voor de school (inclusief uniform) van de kinderen. En dat doet ze
in haar eentje als een soort private Compassion of Oxfam-Novib. Ze ziet de nood
van de mensen en doet wat in haar vermogen ligt.
De vrouwen van de collega’s
van haar man zeggen wel eens dat ze het goed werk vinden en dat ze willen
helpen. Maar als het puntje bij paaltje komt, dan hebben ze het te druk met
tennis, golf of leeuwen kijken. En als het wel een keer in de agenda past heeft
manlief de auto en hebben ze geen vervoer. Het is ook overal hetzelfde, druk,
druk, druk. Wanneer ik dit verhaal zo opschrijf, moet ik denken aan de
uitspraak: Ben je druk, of ben je effectief?
Ik werd helemaal blij nadat ik met haar gesproken had. Deze
dame zal niet snel een lintje krijgen of een standbeeld. Maar doordat ze haar
ogen niet sluit voor haar omgeving en doet wat haar hand vindt om te doen geeft
ze wel hopelozen hoop en perspectief. En of we nu in Nairobi wonen of in
Lutjebroek maakt volgens mij niet uit, zolang we onze ogen maar open hebben,
toch?
PS. Zo aan het eind van dit blogje moet ik bekennen dat ik
mezelf vaak betrap op het druk hebben…